Tegenwoordig zijn vele (interactieve) musea plaatsen bij uitstek om informeel te leren. Je kan er vol vertwijfeling of in een roes van verwondering buiten komen. Wat je ziet en hoe dat verder werkt in je hoofd, zet soms een imaginaire reis op poten... Via dialoog en actieve participatie, blijven kijken en beleven, leren mensen zich een mening te vormen. Een constructivistische benadering hier is dat de leerder zijn eigen betekenis construeert, in dit geval via het tentoongestelde in het museum.
Zo heeft Museum M bij mij al vaker gedachtenreizen op gang gezet. Ik schrijf kort over twee tentoonstellingen die ik er bezocht. De eerste is die van Dirk Braeckman, een vooraanstaande kunstfotograaf in België, de tweede is die van Patrick van Caeckenbergh, een vertegenwoordiger van het Belgische surrealisme .
Een grote, witte ruimte en donkere werken aan de muren. Spots gericht op de kunstfoto's met grijs-zwarte toon. Er staat een bank voor een groot werk. Ik kijk naar dat werk, een grote foto. Een zaal met liften. Of een brede gang met dienstliften? Drie luchters zorgen voor het weinige licht, boven de oude tegelvloer van de zaal. Donkere tinten en schakeringen van licht. Er gaat tegelijk iets zwaar en gezellig uit van het werk. Waar is het naamplaatje? Er hangt niets. Gedeelten van het werk die niet scherp lijken te zijn doen mijn ogen eraan plakken. Ik moet blijven kijken om even later te constateren dat ik blijf hangen op het niet weten of het nu eigenlijk scherp of vaag is.
De gids vertelt: "Braeckman wil geen verhaal vertellen." Door de afwezigheid van een naam of titel bij dit werk, zijn er al veel vragen opgekomen. Tevens lijken de personages in vele van zijn werken niets te willen of mogen vertellen: ze kijken je niet aan, hun ogen zijn toe of afgewend. Alsof de kijker niets te weten mag komen via de ogen, die zouden teveel verhaal kunnen prijsgeven... Verscheidene werken verraden wel de aanwezigheid van de kunstenaar, door een "lichtflits" ergens in het werk. Hierdoor stelt hij zichzelf aanwezig zonder zijn interpretatie van een verhaal te geven.
Het hele verdere verloop van de tentoonstelling doet me stilstaan bij het feit dat het niet willen vertellen van een verhaal, in feite net erg veel kan losmaken bij het publiek. Dat merk ik ook aan de reacties van de anderen. Ze blijven vragen stellen over de werken. De gids behoudt steeds de intrigerende afstand van het open laten van die vragen. Mensen gaan de werken van dichterbij bekijken. Dan weer van verderaf. Er heerst een voortdurende wil om de openheid betekenis te geven. Dat lijkt een enorme kracht van Braeckman zijn werk. De afwezigheid triggert eerder en lokt een nieuwsgierigheid uit die veel sterker is dan een duidelijke aanwezige boodschap. Het stilstaan op zich vormt ook een verhaal. Er is een bepaalde leegte te voelen. Als mens ben je geneigd die leegte te willen invullen en er betekenis aan te geven. Braeckman duwt zijn publiek in de oncomfortabele positie van een voortdurend niet-weten. Daardoor staat de kijker nog meer stil bij bepaalde ideeën. Het denken blijft niet aan de oppervlakte. Volgens mij is het niet alleen de afwezigheid van een verhaal die zelf een bepaald verhaal creëert. Het is tevens het idee om iets niet te willen vertellen dat belangrijk is. Dit afwezigheidsidee geeft kracht aan de werken apart en boeit de kijker, maar is tegelijk ook de stuwende kracht voor een volgend werk van de kunstenaar zelf. Zo is de afwezigheid van het ene de geboorte van het andere. Afwezigheid is in staat om aanwezigheid in het nu en de toekomst af te dwingen.
Over Patrick van Caeckenbergh in M of over "magische assemblages"...
Twee uit kookgerief bestaande personen verwelkomen me bij het binnengaan van de eerste zaal in M. Ik stap een reuzesigarenkist binnen. Het is het nagemaakte werkatelier van van Caeckenbergh. "Welke dieren zie je?" vraagt de gids. Veel eigenlijk, gaande van een zeepaardje, naar dassen op een schilderij, naar een vlinder, naar poesjes en dan... het mes in de homp omhooggehangen vlees! De kinderen rond me schrikken. Sommigen reageren onthutst. "Dat van dat vlees zal ik niet vergeten, hoor!" zijn antwoorden nadien op de vraag wat ze zullen onthouden van de tentoonstelling. We stappen verder naar volgende in het oog springende kunstwerk "het paard", wiens hoofd bestaat uit steeds kleiner wordende en achter elkaar gespieste porseleinen borden. De buik is een precieze, op een tafel gestapelde hoop van glazen bokalen met voedingswaren in. Aaneengerijgde messen, vorken en lepels vormen de zwiepende staart. De tafelpoten staan op blikken.
Tegen de muren van de ruimte staan etalagekasten met ontzaglijk veel werken, groot en klein, vaak met veel detail. Van sommige zaken kunnen de kinderen hun ogen niet afhouden. "Een vlinderleefkamer, een tempel van skeletten, schelpjes schelpjes, een kruis van kruisjes" zijn enkele van de namen die zij geven aan de werken. In de volgende kamer worden de werken groot tot zeer groot. Ze zijn vaak samengesteld uit vele kleine en grotere voorwerpen, oud en nieuw, van metaal of uit plastic of hout. Alleen of in voorwerpengroepjes maken ze steeds deel uit van een groter geheel.
Tegen de muren van de ruimte staan etalagekasten met ontzaglijk veel werken, groot en klein, vaak met veel detail. Van sommige zaken kunnen de kinderen hun ogen niet afhouden. "Een vlinderleefkamer, een tempel van skeletten, schelpjes schelpjes, een kruis van kruisjes" zijn enkele van de namen die zij geven aan de werken. In de volgende kamer worden de werken groot tot zeer groot. Ze zijn vaak samengesteld uit vele kleine en grotere voorwerpen, oud en nieuw, van metaal of uit plastic of hout. Alleen of in voorwerpengroepjes maken ze steeds deel uit van een groter geheel.
De betekenis van het groter geheel, de assemblage reikt vaak verder dan de oorspronkelijke betekenis of functie van de voorwerpen waaruit het is samengesteld. Het werk gaat op zich leven en vormt een nieuw gegeven dat zelf betekenis kan geven. Het wordt iets magisch... Patrick van Caeckenbergh bezit de kunst van het tot leven wekken van een wereld die verband houdt met iets sprookjesachtig en tegelijk iets kennend voorstelt. Dit doet hij via zijn collages, sculpturen, tekeningen, maquettes,... Soms is het moeilijk het gevoel te beschrijven dat je als kijker ervaart bij het opnemen van zijn kunstwerken. Ze spreken de kijker aan. De hoeveelheid aan details dwingt je vaak om letterlijk stil te staan. Door de soms vreemde combinaties van details en voorwerpen creëert hij een roetsjbaan voor je gedachten. Zijn werk is inspirerend voor groot en klein.
Hoewel Patrick van Caeckenbergh in tegenstelling tot Dirk Braeckman, via zijn werken wel een soort verhaal vertelt, blijft de surrealistische insteek van zijn werk een wipplank voor gedachten. De openheid zit hier in de inspiratie, de aanzet tot nieuwe gedachten die je opdoet door de confrontatie van ideeën in zijn werk en door zijn werk.
Van belang voor mijn ontwerp voor Genk lijkt me het idee dat de confrontatie met jezelf door de ander (het kunstwerk) via een ervaren leegte of opgedane inspiratie je tevens kan samenbrengen met de ander (het kunstwerk, de kunstenaar, een andere kunstkijker, een ander mens). Bij beide tentoonstellingen gaan mensen elkaar bevragen naar de andere zijn idee. Vragen net omdat er een leegte gevoeld is en men nieuwsgierig is naar wat daarmee gedaan wordt en hoe daarover gedacht wordt. Vragen omdat de hoeveelheid aan indrukken misschien teveel is of zoveel oproept dat het bijna dwingend lijkt om dat te delen. Van alleen reizen in je hoofd, naar samen reizen al pratend of werkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten