Genk Station - Zwartberg - Opglabbeek Nieuwe kempen - Louwel. Dat is lijn G8. Tijdens de heenrit heb ik niet kunnen noteren, de bus zal erg vol en ik kon me niet neerzetten op mijn onderzoeksplekje rechts achteraan. Ik heb de hele rit gestaan, tot waar ik moest uitstappen. Ik wilde graag eens de grens van Genk stad oversteken, maar mocht dat van de chauffeur niet met mijn soort ticket.
Dat is alleen geldig binnen de verschillende zones van Genk stad. De beslissing welke bustrajecten nog af te leggen, werd op dat moment voor mij genomen. De G8 zou mijn laatste busrit in Genk worden vandaag.
Ik wacht dus op de berm van een redelijk drukke baan met twee rijstroken in elke richting, aan de grens met Genk en Opglabbeek. Naast me staat het paaltje van de bushalte. Er is geen zitbank of bushokje.
Het verkeer raast met momenten voorbij. Menig vrachtwagen passeert hier ook. Aan de overkant van de rijbaan staan slechts enkele huizen. Voor de rest zie ik vooral bomen met kale takken. Ik kijk in de richting van Genk stad en lees op een reclamebord "Welkom in (h)eerlijk Genk!".
De bus is daar. Ik stap op. Terwijl ik me begeef naar de zitbank rechts achteraan, vertrekt de chauffeur al. Er zit één man op de bus. Ik neem vlug mijn pen en papier. Op het achterste raam van de bus plakt een grijze gaatjessticker. Op de achterkant van de laatste banken is geschreven en staan letters gekrast, vooraan niet.
Tussen de zijkant van de bus en de zetels zitten propjes papiertjes. Bushalte. Een man met een klak stapt op.Bij de volgende halte stapt een oudere man met pet en wandelstok op. Hij gaat zo snel hij kan zitten. Bij de vierde halte stapt een allochtone man met bruinleren jas en muts op. In de bus praat niemand. Iedereen kijkt voor zich uit.Op de leuning voor mij is rode kauwgom geplakt. Ook deze bus heeft grijze stangen, gele belknopjes en rode alarmknopjes. Bij de vijfde halte stappen twee mama's met koetsen op de bus. Ze doen dit via de achterste klapdeuren, omdat de koetsen te breed zijn. Wanneer ze langs de chauffeur geweest zijn om te betalen, zetten ze zich met hun rug tegen de busramen met de koetsen voor zich. De baby's voor hen zien ze nu goed. Af en toe, tussen hun gesprek door, hoor je de baby's kraaien, waarop één van de mama's zich naar haar kind buigt en wat meebrabbelt op bemoedigende toon. Het gesprek van de jonge moeders verloopt niet in het Nederlands. Bij de zesde halte stappen een allochtone man met pet en een vrouw op. De man zet zich breeduit met zijn arm volledig gestrekt over de leuning van zijn zitbank. Zijn hand reikt tot aan een grijze stang, die hij dan ook vasthoudt. Wanneer hij zijn gezicht draait, zie ik dat hij enkele tanden mist vooraan in zijn mond. De man haalt zijn gsm boven en belt. Ondertussen begint een baby te schreeuwen. De bus rijdt op een nogal felle manier. Het wordt moeilijk om te noteren. Buiten verschijnen er appartemenstgebouwen achter de huizen. De straat gaat naar beneden. Voor ons staat een kerk. De moeders praten ondertussen verder met elkaar en met hun baby's. Eén van hen zit nu neer op een stoeltje met de rijrichting mee. Zo kijkt ze de andere vrouw, die neerzit op een stoeltje tegen de zijkant van de bus, en tegelijk haar kind aan. Ik zie deze vrouw glimlachen.
We komen aan in het station. De bochten ernaar toe ken ik ondertussen wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten