Zoeken in deze blog

maandag 12 maart 2012

Lijnend Genk! G1

Welke lijnen en sporen trekt een bus van De Lijn in Genk? En wat toont zich allemaal op de lijnbus tijdens deze trajectentocht? Een verslag.

Maandag 5 maart 2012. Gewapend met een fototoestel, digicorder, pen en papier zit ik om half twaalf in een lijnbus in Genk. G1: Sledderlo, Genk Station, Waterschei, Zwartberg. De buschauffeur ziet me in zijn achteruitkijkspiegel zitten op de laatste zitbank rechts achteraan, vanwaar zich een ruimtelijk busoverzicht aan me toont. De vloer van de bus is grijs en proper. Op de achterkant van de zitbanken voor me is geschreven met zwarte stift. De grote ramen van de bus zijn proper. Op het achterste raam van de bus plakt een gaatjessticker. Ik zit er vlak bij en kijk op een grijze kleur. De stangen waar de mensen zich aan kunnen vasthouden, zijn ook grijs. Enkel de stopdrukknoppen zorgen voor een gele toets in dit monotone kleurlandschap. Hier en daar wat rood voor de noodstopdrukknoppen. Het is stil in de bus, niemand praat. Af en toe vraagt een passagier iets aan de buschauffeur, zoals ik deed bij het opstappen. Mensen zitten alleen, ook op de zitbanken waar plaats is voor twee. Ze zitten geschrankt waar de lege plaatsen hen die mogelijkheid bieden. Er zitten op dit moment 14 mensen in de bus, mezelf incluis. Er is plaats voor 101 personen. De geur van sigaretten, alcohol, een of ander energiedrankje en duffe kledij prikkelt mijn reukvermogen. Eerste stop, drie mensen stappen op en gaan zitten. Twee vrouwen praten even in het Nederlands tegen elkaar. Drie mensen kijken zichtbaar uit het raam. Ze draaien daarbij hun hoofd, zodat hun gezichtsprofiel zich toont. Anderen houden het hoofd recht voor zich uitkijkend.  Twee mensen zijn bezig met hun gsm, drie met een I Pod of MP3-speler. Ze hebben oortjes in. De muziek van een passagier reikt tot bij mij. Tweede halte: drie mensen stappen af. Stilte. Derde halte: twee personen stappen af. De mensen op de bus zitten nog steeds met hun hoofd naar voor gericht. Slechts twee personen kijken met een duidelijke gedraaid hoofd naar buiten. Voor me zit een man met veel gel in de haren. Ik schat de leeftijd van de passagiers op de bus tussen 30 en 65 jaar. Ook één meisje in de pubertijd. Vierde stop: vijf mensen stappen af. Eén persoon stapt op, vraagt iets aan de chauffeur, lijkt geld te wisselen en stapt dan terug af. We rijden door woonwijken. Bij de vijfde halte stapt één persoon af en stapt een jonge vrouw op. Ze stapt mijn richting uit en gaat ook op de achterste bank zitten naast een andere vrouw. Haar jeans is helemaal gescheurd. De twee beginnen te praten met een duidelijk Limburgs accent. "...was ziek, alles onder gekotst, ach ja..." Plots remt de bus erg hard! De twee jonge vrouwen naast me stoppen onmiddellijk met praten. De voorste deuren klappen open. Geblaf. Een hond. Geraakt? De hond blaft en blaft. Zijn baasje, wat verder op een grasveldje onder wat bomen, roept tegen de chauffeur. Ik versta het niet. De chauffeur roept terug: "Ja, en dan is het mijn schuld zeker!!" De man buiten gebaart de bus door te rijden. "Houd uwe hond bij!" De hond zelf, een border collie, blaft nog steeds. Hij loopt nu nerveus heen en weer naast de bus aan mijn kant. Ik kan alles duidelijk zien. Hij draagt geen leiband. Die heeft zijn baasje in de hand. De hond lijkt niet gewond. De aandacht van de mensen in de bus is bij het tafereel. Gespannen sfeer. De buschauffeur toont een kwaad gezicht in de achteruitkijkspiegel. Even snel als de buitenwereld in de bus kwam, is hij ook weer verdwenen. De deuren gaan toe. We rijden verder. De vrouwen praten weer. Bij de volgende halte stapt een persoon af en komt er één bij. Niemand praat. Ergens in de bus rinkelt een gsm. De jonge vrouwen naast me babbelen nu verder. Opnieuw klinkt ergens, dichterbij nu, een telefoongeluid. Twee mannen voor me halen hun gsm tevoorschijn. De man die recht voor mij zit, neemt op en begint te praten in het Nederlands. De man naast hem, aan de andere kant van de middengang in de bus, houdt zijn gsm aan zijn oor, kijkt er dan even naar en steekt hem daarna in zijn jaszak. Hij wisselt met een glimlach een blik met zijn telefonerende zijbuur. Bij de zevende halte, dicht bij enkele appartementsgebouwen, stapt een man af. Ondertussen is het gsm-gesprek afgelopen. Achtste halte: twee mensen stappen af. We rijden door woonwijken. Er zitten nog vier passagiers in de bus. Het lijkt alsof we langs de rand van een bos rijden. Er zijn lage appartementsgebouwen en woonwijken in de buurt. Bij de negende halte stapt een persoon af terwijl hij de buschauffeur groet. Er ligt afval op straat en aan de rand van het bos. Flesjes, chipszakjes, plastic zakken allerhande liggen op de grond. Tiende stop: de jonge vrouwen stappen af. Ik zit nu nog alleen op de bus. De chauffeur kijkt naar me in de achteruitkijkspiegel. "Even pauze." Hij zet de motor af. 22 minuten en 59 seconden op mijn digicorder. Links naast me is een klein bosje. De grond onder de naaldbomen is omgewoeld en platgewalst door grote machines. De sporen tonen zich nog. Rechts verder door zie ik een speeltuintje. Ik zet mijn digicorder af en ga mijn busticket opnieuw insteken voor de terugrit. De chauffeur vertelt dat hij al elf jaar met de bus rijdt. Hij glimlacht. Hij lijkt me geen Belgische roots te hebben, maar spreekt perfect Nederlands, zij het met een Limburgs accent. Hij zegt dat hij zich normaal gezien enkele keren optrekt aan de middelste horizontale stangen in de bus tijdens zijn pauze. "Om fit te blijven." Maar dat doet hij nu niet omdat ik er ben. Terloops vraagt hij of ik eyeliner op heb. Op mijn vraag of hij al zaken heeft meegemaakt op de bus die hem zijn bijgebleven, antwoordt hij dat hij al wel eens vechtende jongeren op de bus heeft gehad. "Eigenlijk blijft het bij vieze woorden, wat schelden en duwen en zo. Ik probeer de boel dan wel kalm te houden, ja veel meer kan ik niet doen. Ik moet rijden eh. Ja, deze lijn, dat volk hier. Ge ziet da wel. Die meisjes ook van daar vanachter, ge ziet dat eh, die werken hier verderop. In de, euh, ale, ginder, bij de mensen die niet veel kunnen zo." Na vijf minuten stilstand bromt de motor weer. Ik keer terug naar de achterste zitbank en start de digicorder opnieuw. De bus vertrekt. Bij de eerste halte stappen twee mannen op. Ik zie grafitti op de zijkanten van huizen en op enkele muren. Niemand in de bus praat. Bij de volgende stop stappen twee vrouwen en een man op. Oortjes om muziek te beluisteren bij een van hen. Wintergroenstraat, hier ligt veel afval in het bos! Bij de derde halte stappen vier personen op. Eén van hen is in het Nederlands aan het bellen met de gsm. Twee van hen zijn vrouwen met een hoofddoek. De laatste is een oudere man. Hij gaat met zijn benen overeen, met zijn gezicht naar het midden van de bus zitten. Het valt op, hij is de enige die hier op die manier zit. Hij kijkt ook veel naar de andere mensen, naar achteren en naar voren. Ook daarin is hij de enige. Vierde halte: een vrouw met hoofddoek stapt af. De hoofden van de meeste mensen op de bus, zijn naar voor gericht. Iedereen zit alleen. Drie personen die tegen het busraam zitten, kijken in die richting naar buiten. Eén man kijkt naar buiten door de beide zijramen van de bus. Er zitten nu negen mensen in de bus. Naast de chauffeur staat geen glazen deurtje, wel een laag hard plastic hekje. Achter hem is ook een hard plastic "muurtje". Een andere bus passeert, de bestuurders groeten elkaar door een hand in de lucht te steken. De chauffeur van de andere bus  telefoneert ondertussen met zijn gsm. Volgende halte: er stappen twee jonge vrouwen op. Een van hen blijkt een pubermeisje te zijn. Ze haalt een roze gsm boven en gaat zitten. Bij de zesde halte stappen vier mannen op en één jong meisje met hoofddoek. Allen stappen ze snel de bus door om zich vluchtig ergens alleen op een bank te zetten. Eén van de mannen begint een telefoongesprek, doorspekt met flarden Nederlands. Ondertussen praten twee andere vrouwen, die naast elkaar zitten, af en toe zacht met elkaar. Wat het meest hoorbaar is, is de telefonerende man: "... what the fuck... ik ga voetballen... 't is toch waar hé...". Ondertussen bekijk ik de binnenkant van de bus. Er zijn drie nooduitgangen. Het vele antracietgrijze valt me op. Bij de zevende halte stappen een jongen en een man op, ze gaan samen zitten en wisselen af en toe een woord, niet in het Nederlands. De oudere man kijkt de jongen aan als hij spreekt, omgekeerd doet de jongen dat niet. Die kijkt steevast voor zich uit. Er stappen vier mensen af bij de volgende stop. Een persoon stapt op. Het gsm-gesprek is afgelopen. Stilte op de bus, geen pratende mensen. We bollen verder. Ondertussen zijn we aan het station aangekomen. Vele mensen stappen af. Ik groet de chauffeur.

Mijn indruk na deze eerste rit is de volgende: 
Het geluid van de bus is alom aanwezig. Als er stiltes vallen, is het gebrom van de motor en het gekraak van de zitbanken des te meer opvallend. Ik wil een bus die (bijna) geen geluid maakt. Het stoort en verhindert dialoog. Eventueel houdt het zelfs mensen tegen om de bus te nemen. 

Mensen praten weinig op de bus. Ik wil manieren vinden om dialoog te stimuleren.

Als er al gepraat wordt, is dat meestal via een gsm, ook vaak niet in het  Nederlands. De aanwezigheid van mensen die niet op de bus zitten, dringt tot me door. Ik wil dit puntje zeker opnemen in mijn ontwerp. Het raakt ook aan de tekst van Turkle "Alone Together". Ik wil de buitenwereld binnenhalen in de bus. Het doet me denken aan het gesprek met Peter Van Eyck en zijn poortjes naar de buitenwereld - de vertakkingen naar de buitenwereld toe laten groeien.

De chauffeur heeft geen Vlaamse familieroots, maar is zeer vriendelijk en spreekt vloeiend Nederlands, met een Genks accent. De bestuurder in mijn busontwerp moet, behalve veilig kunnen rijden, met mensen kunnen omgaan op een positieve manier. Misschien is kennis van enkele andere talen wel een pluspunt en kan het een opstapje betekenen voor mensen die het Nederlands nog niet machtig zijn. Hun betrokkenheid bij het busgebeuren en motivatie om te dialogeren kan daardoor stijgen.

Er zitten mensen met verschillende huidskleur op de bus. Heel veel vrouwen dragen een hoofddoek, veel jonge mannen zijn niet blank. Op deze bus zaten slechts enkele blanke vrouwen en meisjes. Veel oudere mannen dragen een pet of een klak. Ik wil op mijn bus vele culturen en sociale achtergronden trachten bijeen te brengen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten