Zoeken in deze blog

maandag 7 november 2011

Wat is dat eigenlijk, 'buiten' komen?

In de vorige berichten ben ik ingegaan op het thema 'buiten' komen. Omdat mijn gedachten het onderwerp niet loslieten, ben ik de afgelopen weken nogal bezig geweest met het scherper stellen van wat buiten komen nu eigenlijk zou kunnen inhouden. Het leek me namelijk zo dat je moeilijk kan dialogeren over iets als niet voor elke gesprekspartner duidelijk is waarover je het precies hebt. Vandaar dus de volgende inhoudelijke uitdieping, die trouwens voortkomt uit mijn eigen ideeën, ervaringen, interpretaties en dergelijke. Het zou interessant zijn wanneer anderen hun standpunt hierover zouden meedelen om zo tot een nog beter begrip te kunnen komen. (Gadamer en zijn horizonverruiming flitsten snel door mijn hoofd.) Dus, een uitnodiging aan jou om je stem te laten horen!


Buiten komen in de letterlijke zin van het woord lijkt me een duidelijke betekenis te hebben: je komt buiten, uit je kamer, uit je huis. Je beweegt je in de wereld tussen de andere mensen. Over het algemeen duidelijk begrepen, want iemand kan zich uiteraard buiten, in de wereld, begeven en toch nog 'vastzitten' in zijn eigen wereld (Bijvoorbeeld niet loskomen van je eigen denken, van je eigen standpunt, hoewel je je letterlijk tussen mensen met verschillende achtergronden begeeft en met hen meepraat. Een ander voorbeeld is dat je je wel wil openstellen naar andere standpunten, maar dat het precies de eigen kring en gemeenschap - en dus de presentatie van dezelfde ideeën, visies en waarden - is die dat openstellen bijna onmogelijk maakt.). In die zin zit die persoon eigenlijk nog steeds binnen. Het figuurlijke buiten komen waar het hier verder over zal gaan, heeft voor mij te maken met de noties 'delen' van iets van jezelf, wat dan op zich een 'samen' teweegbrengt en bepaalde 'grenzen overstijgen'. Ik licht deze drie aspecten even toe. Daarna heb ik het nog ever de noties persoonsgebonden kenmerken, tijd en de wil.


Het delen van iets van jezelf kan op verschillende niveaus plaatsvinden. Dit 'iets' moet nader bepaald worden denk ik. Datgene wat het meest voor de hand ligt, is volgens mij het delen van iets dat je graag laat zien. Zoals bijvoorbeeld een kind dat trots op het podium laat zien wat het kan en geleerd heeft. Het kind wil dit laten zien. Wanneer de kijker nadien terugkoppelt naar wat het kind liet zien, kan dat tevens een soort verbondenheid creëren: ik heb gezien wat je deed, ik heb jou gezien. (Dit relateert aan de volgende paragraaf over het 'samen', zie verder.)
Je kan echter ook iets van jezelf tonen dat je niet graag had laten zien. Denk bijvoorbeeld aan een bepaald verhaal dat je plots overvalt met verdriet. Verdriet dat zich dan, door zijn intensiteit, naar buiten wringt in de vorm van tranen. Of een plotse boze uitval die aan je ontsnapt door het overstromen van een onderliggende bron van frustraties. Op zo'n momenten toon je een deeltje van jezelf. Je deelt, vaak ongewild, een stuk van wie jij bent, wat je voelt of wat je denkt. Het is een vorm van delen, want de ander is mee betrokken in jouw handelen. Je deelt op zo'n moment iets mede aan de ander, misschien zelfs iets waarvan je je niet echt bewust was dat het bestond of iets wat je niet durfde toegeven. (Indien dit soort 'delen' overhelt naar het negatieve, denk bijvoorbeeld aan woede-uitbarstingen die een mens aanzetten tot de meest gruwelijke daden, zoals het begaan van een passionele moord, is er een proces aan de gang waarbij je zelf de controle niet meer hebt over dit naar buiten komen. Op dat moment moet daar ook iets aan gedaan worden, misschien in de vorm van therapie. Dat is uiteraard een heel andere zaak.) 
Het kan ook gaan om een reactie van jezelf, die zich als het ware opdringt om gezien te worden. Zoiets wat je bijna verplicht 'om uit je kot te komen', je mening over te geven, je aanzet tot denken,... Het doet zoveel met je dat je niet anders kan dan reageren. In deze gevallen gaat het om een eigen reactie die je ervaart wanneer je dus zelf 'bewogen' wordt op een of andere manier door iets of iemand zijn handelingen. Een delen van jezelf door het delen van een ander. Ik verwijs hier naar enkele foto's (dit tot mij spreken) gemaakt door Agata Wronska en Magdalena Kmiecik. Beide Poolse vrouwen toonden reeds met hun werk dat een beeld soms meer zegt dan duizend (verschillende) woorden. ('Verschillende' voeg ik hier bij, aangezien de woorden voor de een anders kunnen zijn dan die woorden voor de ander.) Via deze link vind je nog meer van hun werk: www.agatawronska.art.pl. Een andere link waar je eens een kijkje kan gaan nemen is www.vimeo.com/31110838. Hier vind je een filmpje gemaakt bij een lied. Het lied op zich lijkt niet erg bijzonder, het zijn de beelden die erbij gecreëerd zijn, die het geheel extra laten spreken. Het geheel duurt bijna 4 minuten en half, je moet dus de tijd nemen om het tot jou te laten komen. Test zelf wat het bij je doet (of misschien ook niet doet).





Alle bovenstaande niveaus hebben betrekking op een bepaalde blootstelling van jezelf naar de ander, het tegenovergestelde van het masker dat je draagt of de muur die je rond je opgetrokken hebt (wat soms ook nodig is, dat is een andere kwestie). Een blootstelling die soms gewild is en soms eerder ongewild.


In het delen is de verhouding tot de ander, een element dat meespeelt in het 'samen'. Delen houdt in dat er meer zijn dan één, de een en de ander, de ander(en) en jezelf. Een tweespel of meerspel tussen mens en mens.
Er hoeft in het samen niet steeds een verhouding van mens tot mens te bestaan. Het kan ook een niet-mens zijn dat deel uitmaakt van het samen-spel. Met het niet-mens bedoel ik dan objecten, dingen, kunst, muziek, natuur,... Met andere woorden, het hoe van het samen-spel, speelt ook een rol. Er kan verbaal of non-verbaal iets worden gedeeld. Deze non-verbaliteit begrijp ik volledig abstract: communicatie 'anders' dan met behulp van taal. Meestal wordt met non-verbaal gedoeld op lichaamstaal. Ik trek het begrip dus open naar 'al het delen van boodschappen zonder woorden te gebruiken'. In deze zin maak ik de overstap naar het delen via artistieke wegen. Een beweging kan spreken, een enkele (het opsteken van de middenvinger bijvoorbeeld) en verschillende samen (een dans), muziek kan je beroeren, kunst kan je aangrijpen,... (Op mijn vraag wat kunst nu eigenlijk is, antwoordde een kunstenaar me ooit: "Kunst is pas echte kunst als het op een bepaalde manier tot je spreekt, niet omdat het een bekende naam draagt of van een gekende artiest is.") Het vraagt vaak wat meer tijd vooraleer het 'deelproces' over is (de dans is gedanst, de compositie is gespeeld, alles van het kunstwerk bekeken,...), maar het heeft het grote voordeel geen gesproken, menselijke taal nodig te hebben om te spreken! Er is in dit delen ook geen juist of fout. Laat ons een muzikaal voorbeeld nemen: het werk van Rumpistol of Portishead. (Wil je iets van hun werk beluisteren, klik dan hier http://www.youtube.com/watch?v=vozNQX6Ye1A&feature=related  voor Portisheads nummer All Mine    of http://www.youtube.com/watch?v=W_mAdFqvhcU  voor Rumpistols nummer Mobile - dit nummer koos ik omdat het mijn zoontje van 3 jaar is die dit steeds opnieuw en opnieuw beluisteren wil, het doet hem iets blijkbaar.) De muziek zegt je iets, dat kan anders zijn dan wat het iemand anders zegt. Het ene is niet meer of minder juist of fout dan het andere. het is gewoon anders. In die zin wordt het ook boeiend wanneer die verschillen samen worden gelegd en opnieuw gedeeld worden. (Zo had ik na het bekijken van werk van Pina Bausch erg interessante gesprekken: het werk sprak tot verschillende personen op een heel andere manier. Nadien kregen we een heel divers en rijk beeld over dat werk. Wil je ook iets zien van Pina, klik dan hier  http://www.youtube.com/watch?v=p8zkTclatRo&feature=related) Heel dit proces is in feite toegankelijker voor meer mensen. Denk bijvoorbeeld aan een lezing over het Sanskriet. Blijkt als je ginder aankomt, dat de lezing zelf in het Sanskriet is! Weinig realistisch natuurlijk, maar de boodschap is wel duidelijk denk ik: het is net de gesproken taal die het delen moeilijk of onmogelijk maakt.
De uitwisseling in het samen kan van velerlei aard zijn: confronterend, fictief, overleggend, associatief, objectief,... Het verschil in aard zorgt er ook voor dat je meer of minder van jezelf tijdens de uitwisseling blootstelt. Het verslag uitbrengen van een feitelijk gegeven, vergt inzake jezelf blootstellen waarschijnlijk veel minder dan de confrontatie (moeten) aangaan omtrent een complexe, gevoelig liggende zaak. Als iets je daarentegen doet denken, dan verplicht dat je als het ware om bij jezelf stil te staan. In die zin kan 'buiten' komen, je blootstellen, iets zijn dat aan je 'trekt', je helpt of verplicht om een stap verder te gaan.


Ik denk dat je het meeste buiten komt, jezelf blootstelt, je laat zien in een 'samen', wanneer je een bepaalde grens oversteekt. Daarvoor moet eenieder eerst zelf uitmaken wat de grens is of waar die grens precies ligt. Misschien gaat het over durven, kunnen verder gaan dan datgene wat je dacht niet te kunnen. Misschien is er sprake van voorbij een angst gaan. (Zoals faalangst je nu net niet in staat stelt de dingen te doen die je zou kunnen doen.) Het staat me voor dat je eens voorbij de grens bent, dit wel bevrijdend kan werken. Houdt de angst je tegen, dan mis je kansen. (Ik heb het nu niet over die angst die je in leven kan houden, bijvoorbeeld in tijden van oorlog.) Je zou hier kunnen spreken over groei-angsten of over hoe een grens, een angst, een drempel je tegenhoudt ergens in te stappen, over te gaan, verder te gaan. Het weerhoudt je van verder te ontwikkelen als persoon. In die zin lijkt het me belangrijk hierrond te werken in verband met Genk. Wanneer iets mensen in staat stelt hun eigen grenzen over te steken om werkelijk naar elkaar toe te komen, is er mijns inziens een mooi proces aan de gang. Ik denk ook dat het een erg moeizaam proces kan zijn. Het lijkt me evident dat dit voorbij gaan, dit oversteken van je grens niet zomaar vanzelf gebeurt. Het is mogelijk dat je eerst een moeilijke, confronterende, turbulente periode moet doorgaan, je zou kunnen spreken van 'de felle ruimte van het oversteken'. Dit doet me trouwens denken aan de experimentele ruimte van The Wire, waarbinnen je eerst probeert alles 'uit te denken', tot je tot de constatatie komt dat de mogelijke oplossingen geen verbeteringen zijn. Er lijkt dan niets over te blijven. Je zit als het ware met je handen in het haar. Maar het is net door deze leegte dat een plotselinge nieuwe gedachte kan opduiken, die dan wel een potentiële uitkomst biedt. Het is net door de confrontatie dat je jezelf blootstelt, dat er dingen worden blootgesteld aan jou. Deze blootstelling biedt de kans om er iets mee te doen. Je staat dan in feite voor de keuze achter je grens te blijven staan of erover te gaan en daarmee initieel een beetje een sprong in het duister te zetten. 
Het is tevens dit aspect dat me blijft boeien in verband met Genk. De confrontatie die schijnbaar uit de weg wordt gegaan (bijvoorbeeld het wegvegen van grafiti, de bijna afgesloten circuits die snel vanuit behoefte werken en aldus weinig frustratie overlaten) is net waardevol en biedt kansen om tot een meerwaarde en grensoverstekend 'samen' te komen. De confrontatie kan zaken, situaties ophelderen, misschien zelfs die waarvan je je niet bewust was dat ze je stoorden.


In heel dit proces zijn er nog andere elementen die meespelen, ik denk aan tijd, de wil en persoonsgebonden kenmerken. 
Tijd is, wij bestaan in de tijd. We kunnen tevens kiezen hoeveel tijd we besteden aan iets en waarom. Je kan zoveel tijd in iets steken dat het je teveel wordt. Te weinig tijd uittrekken voor iets, is ook niet ok. Het wekt de schijn dat dat iets niet belangrijk genoeg is om er voldoende tijd aan te schenken. Ik denk dat het gaat om het vinden van de juiste balans. De uitspraak 'op tijd komen' houdt verband met buiten komen. Je komt tijdig buiten, je bent er op tijd. Als je niet op tijd was, was je nog niet vroeg genoeg klaar met het voorgaande (bijvoorbeeld: je stond te laat op en je komt te laat op je werk). Ik vind dat dit gegeven door te trekken is naar het 'samen' en de uitwisseling tijdens het delen. Als het nog geen tijd is voor jou om 'buiten' te komen, als je met andere woorden nog niet klaar bent om 'buiten' te komen, om een grens over te steken, om iets tot jou te laten spreken, om jezelf bloot te stellen, dan denk ik dat je de tijd moet nemen om eerst af te werken waar je mee bezig was. Om het proces waar je inzit af te maken, te voltooien, alvorens een volgende stap te nemen. Eigenlijk ben je dan wel al wat bezig met buiten komen, ook al ziet de ander dat nog niet. Dit is een intern proces.
Zo kom ik dan bij de persoonsgebonden kenmerken. Misschien ben je wel eerder schuchter van aard en kost het je telkens wat meer moeite dan een heel extravert iemand om je wat bloot te stellen, te delen. Misschien staat de inhoud van datgene wat wil spreken tot jou, zo ver van je jezelf, dat je op dat moment nog niet in staat bent te delen of iets uit te wisselen tout court. Ik denk aan het voorbeeld van met een klein kind een gesprek aan te gaan over quantumfysica. Het spreekt voor zich dat dit zeer moeilijk, als niet onmogelijk is. Het is dus van belang te bekijken tot wie je spreekt en indien mogelijk na te gaan of die persoon klaar is om een delen mee aan te gaan.
Hiermee kom ik aan het laatste puntje, de wil. Op elk moment kiezen we eigenlijk of we ons willen openstellen, blootstellen. Je kan bijvoorbeeld zeggen dat je wil spreken met iemand terwijl tijdens het gesprek dan blijkt dat er naast elkaar gesproken wordt. Het is een lege weerkaatsing van woorden tegen elkaar, geen volle verrijking van woorden met elkaar. Je kan zo bijvoorbeeld ook naar een tentoonstelling gaan en nadien alles afdoen als 'larie en apekool'. Dat is makkelijk, je hoeft er niet over te denken. Je hebt dan misschien niet gewild om je echt open te stellen voor de boodschappen van de kunstwerken. Je hebt geen zin om je mening erover te geven. Er is dan geen overdracht van betekenis, niet van de ander naar jou (al wil die misschien wel!), niet van jou naar de ander.


'Buiten' komen is een beetje 'kleur bekennen', datgene wat echt in je leeft laten zien en ernaar handelen. Het is een beetje een ontmoeting met jezelf via een ontmoeting met de ander, wetende dat deze ander ook niet-menselijk kan zijn. Het houdt tevens een risico in, een niet-appreciatie van de ander. Dit is op zich geen probleem, want ieder mag bestaan zoals hij is. Op het moment van disapproval moet je kunnen afstand nemen van die verwerping en bewust zijn van het feit dat je blootstelling op zich een act van durf is, waarvoor telkens opnieuw een duim in de lucht gestoken kan worden. Het is niet omdat de ander het niet apprecieert, dat jouw 'delen' niet zou mogen plaatsvinden.
Het kan moeilijk zijn om 'buiten' te komen, maar ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat het proces van samen iets te delen, liefst grensoverstijgend, door de mogelijke confrontatie net erg leerrijk, waardevol en boeiend kan zijn. Net omdat het kansen biedt op verheldering, duidelijkheid, horizonverruiming, het overstijgen van wat gedacht was misschien niet mogelijk te zijn. Hierin ligt voor mij een erg duidelijke boodschap naar Genk toe. Ik weet nog niet op welke manier, maar met dit gegeven wil ik iets doen voor mijn ontwerp.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten