Zoeken in deze blog

zaterdag 22 oktober 2011

De Genkse samenleving: Contradictio in terminis?

Of waarom de Genkse samen-leving eerder een uiteen-leving lijkt te zijn.

Deze ochtend hadden we bespreking over de bevindingen van het verblijf in Genk tijdens de week van 11 tot en met 16 oktober. Er kwamen heel wat interessante zaken naar boven. In zekere zin zijn die allemaal al wel eens gezegd, maar nu werden ze als het ware op scherp gesteld. Ik overloop even de belangrijkste zaken.

In Genk word je als pedagoog geconfronteerd met de invulling die je zelf geeft aan 'pedagoog zijn', dit door de confrontatie met bepaalde situaties. Je kan niet anders dan je af te vragen welke invulling je hieraan geeft, wat dit voor je betekent en hoever je wil gaan. Zo kom ik onmiddellijk bij het thema 'buiten' komen.

Er is opgemerkt dat er zo weinig mensen letterlijk buiten komen. Er worden veel initiatieven genomen, er wordt van alles georganiseerd, maar er komen blijkbaar geen mensen op af. Sommige vzw's die allerlei activiteiten opzetten voor de mensen in de buurt, hebben moeten ophouden te bestaan, door het gebrek aan interesse en opkomst. Wanneer de mensen wel buiten komen is dat omdat er een concrete behoefte leeft die moet worden ingelost. Enkele voorbeelden. Je gaat naar de kerk omdat je religie je leert dit te moeten doen. Je gaat naar de het warenhuis omdat je inkopen moet doen. Je gaat naar het sportstadion een voetbalmatch bekijken omdat je je wil ontspannen,... Je kan openbare gebouwen beschouwen als plaatsen om 'buiten' te komen. Maar over welke vorm van buiten komen hebben we het dan eigenlijk? Deze openbare gebouwen zijn er om te voldoen aan een bepaalde behoefte en zo is er in Genk blijkbaar voor iedere behoefte een plaats. Je wil sporten? Ga naar een sportclub of sportterrein in de buurt. Je wil rondfietsen? Neem het fietspadennetwerk. Je wil je mening uiten? Ga naar de buurtraad. Je wil kleren kopen? Ga naar het shoppingcenter. Je wil bidden? Ga naar de moskee. Als je er zo over nadenkt, is het voldoen van je behoefte dus niet 'buiten' komen, maar eerder 'binnen' blijven, binnen in de verzameling van voor jou gekende ideeën, visies en waarden. Om te weten of dit beeld klopt, zouden we letterlijk moeten binnengaan bij de mensen in Genk en met ze praten, dingen samen met ze beleven. Dan pas kunnen we echt ervaren of dit idee klopt.

Maar er is meer. Geografisch gezien beschikt Genk over enorm veel ruimte. De stad is er dus toe in staat om inderdaad een bepaalde plaats te geven ter voldoening van verschillende behoeften. De problemen die er waren (ten gevolge van de mijnsluitingen) heeft de stad aangepakt door voor iedere behoefte en nood een plaats te voorzien waar rond die behoefte gewerkt kan worden. Hier komt dan bij dat de aanpak er ook in bestaat de problemen uiteen te leggen, een plaats te geven uit elkaar, zodat de een de ander niet kan storen, zodat er zo min mogelijk frictie kan ontstaan. (Kijk naar het stadsplan van Genk. De verschillende wijken, van Zwartberg in het noorden over Waterschei in het noordoosten, tot Sledderlo in het zuiden, worden verbonden door autosnelwegachtige rijbanen. Je hebt zo bijvoorbeeld de Westerring, de Oosterring, de Zuiderring. Maar ook straten als de Europalaan en de Andre Dumontlaan moeten niet onderdoen in dat plaatje. Elke wijk heeft zijn buurthuis, zijn wijkbureau, zijn eigen sportveldjes en jongerenhuizen,...) Er zijn als het ware parallele netwerken ontstaan die elk de problemen en behoeften in hun netwerk aanpakken, maar het (bijna) niet meer mogelijk maken 'de grens' over te stappen om bij het andere netwerk te gaan kijken. Deze mogelijkheid lijkt te worden geweerd, want de confrontatie kan voor wrijving zorgen. En dat wil men nu net vermijden. Door deze evolutie is er een wat lege samenleving ontstaan. Ik spreek dan bijna liever van een uiteen-leving, dan van een samen-leving. Een uitspraak als 'de Genkse samenleving' lijkt me daarom een contradictio in terminis.

Een derde punt is het feit dat bepaalde problemen blijkbaar niet mogen bestaan. Elk spoor van een uiting van een echt blijvende nood wordt onmiddellijk uitgewist. Denk even aan de grafiti. Er is grafiti teruggevonden in Genk, maar niet om te zeggen bijzonder veel. Maar ook deze uitingen worden zo snel mogelijk opgespoord en uitgewist. Persoonlijk vind ik dat ook hier opnieuw moet bevraagd worden aan mensen in het werkveld (sociaal pedagogen, buurtwerkers, wijkagenten,...) hoe dit concreet in zijn werk gaat en welke de motieven achter bepaalde handelingen zijn. Misschien is dit derde punt eerder een inzoomen op een eerder klein aspect dan een breder terugkomend patroon. Momenteel is het comfortabel leven in Genk: de villawijken ogen zeer keurig, de sportpleinen zijn proper onderhouden, straten en speeltuinen liggen er netjes bij,... De boodschap van grafiti-makers en Genkse rapsongs blijft steken in het claimen 'Wij zijn van Genk'. Momenteel vinden we geen inzet in deze kanalen van uiting van ongenoegen. Dat is op zich toch ook een vreemd gegeven.

Het besluit luidt als volgt: Genk heeft wel degelijk problemen aangepakt en opgelost. De methode bestond en bestaat erin problemen uiteen te leggen, (geografisch gezien ver van elkaar) en voor iedere behoefte een plaats te voorzien. De leegte die wordt ervaren, het feit dat de mensen niet echt samen komen, heeft misschien te maken met het blijven steken in de eigen kring van ideeën, visies en waarden. Dit kan het gevolg zijn van het functioneel buiten komen. Ten slotte lijkt het nu dat er geen echte noemenswaardige grote problemen meer zijn - of mogen bestaan - in Genk, althans toch niet in het daglicht waar te nemen.

Er lijken mij dan ook enkele zaken op de agenda te staan.
Ten eerste is dat nagaan of er onderhuids toch problemen leven bij Genkenaars en hoe daarmee wordt omgegaan. We moeten dus op zoek gaan naar stemmen die alsnog ongenoegen uiten over bepaalde zaken.
Genk wordt als voorbeeld van participatie genoemd. Hoe gaat dat dan in zijn werk? Is dat de rede waarom er snel kan worden ingegaan op mogelijke problemen? En gebeurt dat dan ook? Wat is de reden van het snel weghalen van grafiti? Hebben de inwoners van Genk nog het gevoel in een wringende situatie te leven? Hoe denken ze over het leven, wonen en werken in Genk?
Ten tweede is het proberen bevragen of er nu toch al niet wordt 'buiten' gegaan door de mensen die in hun eigen netwerk leven, wonen en werken. Worden de grenzen toch overgestoken? Hoe praten de mensen over elkaar? Komen ze in contact met andere culteren en indien ja, hoe verloopt dat dan?
Ten derde denk ik dat het sowieso nuttig is te bekijken hoe parallele netwerken hier en daar gekruist kunnen worden. Onderzoeken dus of het mogelijk is dat er 'grensoverschrijdend' kan worden buiten gekomen.

Ik denk dat ik voor mijn ontwerp wil ik focussen op dat laatste aspect.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten